Water is één van de meest belangrijke onderdelen van de voeding, want zonder water kunt u niet leven.
Water is betrokken bij de regulering van de lichaamstemperatuur: door zweten, verdamping van water op de huid en door uitademen vindt warmteafgifte plaats.
Daarnaast is water ook een transportmiddel van voedingsstoffen en stofwisselingsproducten in het lichaam.
De hoeveelheid water in het lichaam is per leeftijdsgroep verschillend: zuigelingen bestaan voor ongeveer 75% uit water, volwassenen tussen de 45 en 65% en ouderen voor ongeveer 50%.
In het lichaam vindt vochtverlies plaats en wordt vocht opgenomen. Dit moet met elkaar in evenwicht zijn om verstoringen in de vochtbalans te voorkomen. De uitscheiding van water vindt plaats via de urine (ongeveer 900 ml/dag), ontlasting (ongeveer 100 ml/dag), de huid (ongeveer 500 ml/dag) en de longen (ongeveer 500 ml/dag). Voor kinderen ligt deze verdeling anders, zij raken bijvoorbeeld meer vocht via de huid kwijt omdat zij een relatief groter huidoppervlak hebben.
Dit betekent dat een volwassene gemiddeld 1,5 liter water per dag nodig heeft. Ouderen moeten zelfs ongeveer 200 ml meer gebruiken omdat hun nieren minder goed functioneren.